In het oudste gedeelte van de stad Zoetermeer staat de Oude Kerk op een markante plaats aan de Dorpsstraat. In het begin van de 19de eeuw groeide de behoefte aan begeleiding van het gezang door orgelspel. Daarom werd in 1809 een orgel aangeschaft op een veiling op de buitenplaats Middenhof te Nootdorp. Dit tweeklaviershuisorgel van J. Reichner Sr. werd door R. van Arkel, orgelmaker te Leiden, omgevormd tot een kerkorgel. Nicolaas Johannes Feugen werd de eerste organist, maar kon niet voorkomen dat het orgel na hem in verval raakte. Dertien jaar zou er geen orgelmuziek in de Oude Kerk klinken. Totdat er in 1837 besloten werd om de gebroeders N.A. Lohman & Zonen in Gouda de opdracht te geven voor een nieuw orgel. Deze firma heeft vier generaties lang een belangrijk stempel gedrukt op de Nederlandse orgelbouw. Ze waren actief in o.a. Groningen, Friesland, Drenthe en Zuid-Holland. Ten tijde van de bouw van het orgel in Zoetermeer had de firma Lohman ook de eervolle opdracht in de wacht weten te slepen om het Moreau-orgel in de St. Janskerk te Gouda te restaureren. De sierlijk bewerkte claviatuur van het Lohman-orgel vertoont dan ook opmerkelijk veel overeenkomst met de claviatuur te Gouda. Beide zijn in 1837 tegelijk per schip vanuit Groningen naar Gouda verstuurd. Sinds de bouw in 1838 zijn de 19 registers, verdeeld over Hoofd- en Bovenwerk, integraal bewaard gebleven.
Op het eerste gezicht doet het orgel wat exotisch aan met zijn dubbele verlaagde middentoren. Het frontconcept is uit het Groninger achterland van de Lohmans te begrijpen. Uitgangspunt was namelijk het Freytag-Schnitger-orgel in Zuidhorn uit 1793 dat eveneens opvalt door zijn verlaagde middentoren en waarvan de gedeelde tussenvelden nagenoeg hetzelfde labiumverloop hebben als bij dit orgel. Wat de Lohmans nu gedaan hebben, is heel eenvoudig. Zij hebben de middentoren verlengd, niet naar boven, maar naar beneden en deze vervolgens gedeeld. Een ander merkwaardige element aan dit orgel is de vreemde holle zijveldjes boven de vleugelstukken. Deze velden maskeren, evenals de vleugelstukken, het gedeelte van de kas dat buiten de zijtoren uitsteekt. De decoratie vertoont robuuste vormen die nog duidelijk het kenmerk dragen van het Empire. Overheersend element in de decoratie is het acanthusblad. Dit vindt men terug onder de torens in forse, met bladslingers omhangen consoles onder de tussenvelden en ook in de voluutvormen van de vleugelstukken en blinderingen. Deze voluten hebben iets opmerkelijk, zij vertonen als zo vaak een krul die aan een slakkenhuis herinnert. Bij dit orgel is steeds consequent in de krul een bloem aangebracht. Op de middentoren staat een beeld van Atlas; hij draagt hier echter geen wereldbol maar een wijzerplaat uit 1785. De grote wijzer werd voorheen aangedreven vanuit het uurwerk dat in de toren staat opgesteld. Atlas wordt begeleid door twee staande vrouwen met muziekinstrumenten, de linker met een luit en de rechter met een lier.
Bij de restauratie in 1970-1971 door de firma de Koff & Zn uit Utrecht is het orgel uitgebreid met een vrij pedaal waarop drie stemmen gedisponeerd zijn. Na het faillissement van deze firma is de restauratie (met als adviseur Klaas Bolt) afgerond door de firma Flentrop uit Zaandam. In 1982 heeft de firma Flentrop de balgen gerepareerd, houten pijpwerk hersteld en het loodbeleg en tongen van de Dulciaan 8' vernieuwd. In 1994 is een tremulant geplaatst.
In 2002 heeft het orgel een grote groot onderhoud gekregen. Tijdens deze werkzaamheden is de orgelkast geverfd naar een licht mahonierode kleur. Deze kleur is de oorspronkelijke kleur zoals orgel destijds door Lohman is opgeleverd. De firma Flentrop heeft naast diverse herstelwerkzaamheden de klankkleur van het orgel weer terug gebracht naar de oorspronkelijke Lohmanwaarde.
Het orgel is uiteraard in eerste instantie gebouwd als begeleidingsinstrument en biedt daartoe ook tal van registratiemogelijkheden, o.a. gedeelde klavierkoppel en bas- en discant-registers. Daarnaast is het instrument te horen tijdens de orgelconcerten die al jarenlang elke maand georganiseerd worden.
Dispositie Lohman orgel
Hoofdwerk | Bovenwerk | Pedaal (1971) |
Bourdon 16' | Quintadeen 8' | Subbas 16' |
Prestant 8' | Gamba (discant) 8' | Oktaaf 8' |
Holpijp 8' | Roerfluit (bas/discant) 8' | Fagot 16' |
Octaaf 4' | Prestant 4' | |
Roerfluit 4' | Fluit 4' | |
Open Fluit 4' | Woudfluit 2' | |
Quint 3' | Flageolet 1' | |
Octaaf 2' | Dulciaan (bas/discant) 8' | |
Cornet (discant) III | Tremulant | |
Mixtuur (bas/discant) III-IV-V | ||
Trompet (bas/discant) 8' | ||
Technischespecificaties | ||
Klavierkoppeling bas/discant | ||
Pedaalkoppel aan Hoofdwerk | ||
Manuaalomvang C - f3 | ||
Pedaalomvang C - d1 | ||
Windvoorziening 3 spaanbalgen (1839) | ||
Winddruk 74 mm | ||
Toonhoogte a1= 440 HZ | ||
Temperatuur evenredig zwevend | ||
Tremulant inliggend |